Het verhaal van MOMO,
Wat de kleine MOMO beter kon dan wie dan ook, dat was: luisteren.
Dat is toch niets bijzonders, zul je nu misschien zeggen, luisteren kan toch iedereen. Maar dat is heus een vergissing.
Echt luisteren kunnen maar heel weinig mensen.
En zoals Momo kon luisteren, was volkomen uniek. Momo kon zo luisteren, dat domme mensen ineens heel slimme ideeën kregen.
En denk maar niet dat Momo iets zei of vroeg wat de ander op dat idee bracht, nee, ze zat alleen maar toe te luisteren met al haar aandacht en belangstelling. Daarbij keek zij de ander met haar grote, donkere ogen aan en degene die sprak voelde hoe hem opeens gedachten te binnen schoten, waarvan hij nooit had durven dromen dat hij ze in zich had.
Ze kon zo luisteren, dat wanhopige en besluiteloze mensen opeens precies wisten wat ze wilden. Of dat verlegen mensen plotseling vrijuit durfden praten. Of dat ongelukkige en bedroefde mensen vertrouwen kregen en blij werden. En wanneer iemand het gevoel had dat zijn leven volkomen mislukt en zinloos was, en zelf maar één van de velen was, iemand waar het helemaal niet op aankomt en die net zo snel vervangen kan worden als een gebroken pot – en hij ging dat allemaal aan de kleine Momo vertellen, dan werd hem terwijl hij nog sprak, op een geheimzinnige manier duidelijk dat hij het helemaal mis had.
Bron: -> Momo en de tijdspaarders, Michael Ende